Amerikaanse rivierkreeften zijn met een onstuitbare opmars bezig in Nederland en perforeren met hun gangetjes de oevers. Ook de kade onder de monumentale molens van Kinderdijk is getroffen. Waar komt de exoot toch vandaan, wat betekent dit voor de oevers van onze volkstuin en belangrijker: hoe komen we er weer vanaf?
Aanleiding om dit blog te plaatsen is dat één van de onze volkstuinders in september 2019 een aantal kreeften (ter grootte van een hand) in één van de slootjes grenzend aan ons volkstuinencomplex heeft gevangen. Deze waren nog nooit gesignaleerd voor zover bekend. Ogenschijnlijk denk je "wat leuk zo'n apart diertje in mijn sloot", maar schijn bedriegt.
Op onze volkstuin bevinden zich momenteel veel gangetjes in de oevers. Er is altijd van uit gegaan dat deze gangen afkomstig waren van veenmollen, woelratten en/of mollen, maar wellicht beginnen de rivierkreeften hier ook een bijdrage aan te leveren?! Ze kunnen namelijk veel schade aan de oevers maken getuige onderstaand citaat uit een artikel van 3 september 2019 uit de Volkskrant en het (hele artikel) geeft ook antwoord op de vraag waarom ze er nu zijn.
"Pal boven de waterlijn op kadeoevers of slootkanten graven de kreeften horizontale gangetjes’, vertelt Van der Wal. Daar legt elke kreeft zo’n duizend eitjes, vinden moeder en broed beschutting en zoeken de piepjonge kreeftjes het water op. Door al die gangetjes en holletjes tot wel 50 centimeter diep raakt de oever geperforeerd, zegt Van der Wal. ‘Er kunnen verzakkingen optreden, zeker als er ook schapen en koeien overheen lopen. Een dijk zal er echter niet van doorbreken’, denkt de bioloog.
Waterschappen en terreineigenaren zoals boeren moeten steeds vaker oevers herstellen. Bovendien zorgt al dat gewroet van de rivierkreeften voor tot wel 25 procent meer slib en dus extra kosten voor baggerwerk.
Meer zorgen nog baart het ecologen dat de kreeft de waterkwaliteit verziekt. ‘Hij knipt waterplanten af, woelt de bodem om, vertroebelt het water en eet larven van vissen, libellen en amfibieën op. De ecologische doelen van ons waterbeleid worden ondermijnd door deze kreeft."
Bij waterschap Rivierenland meldt ecoloog Ronald Gylstra schade aan een boezemkade bij Kinderdijk, waar de monumentale molens staan. ‘De kade staat aan beide kanten in het water en is door een andere exoot, de gestreepte Amerikaanse rivierkreeft beschadigd. Al was daar samenwerking met een muskusrat.’ De herstelkosten bedroegen 10 duizend euro per meter."
Oplossing?
"Een robuuster systeem met meer natuurvriendelijke oevers met een flauw talud biedt vermoedelijk meer soelaas om de schade te beperken. ‘De kreeften hebben een voorkeur voor steile wanden, recht op de waterlijn. Een flauwe, flink begroeide oever vinden ze minder prettig’, aldus Van der Wal. Hij wijst erop dat zich intussen ook natuurlijke vijanden van de kreeften melden. ‘Ik zag een kraai een kreeft verschalken. Reigers, eenden, futen en bruine ratten lusten ze ook, en jonge kreeften zijn voer voor snoekbaars en paling’, zegt de ecoloog, terwijl eenden luid gaan snateren. ‘En voor de rest vrees ik dat we moeten leren leven met de exotische rivierenkreeften.’